Zwei — Deutsch Holländisch Übersetzung7 Treffer

zwei (f) (n) (Mathematik) twee (m) (n) (Mathematik)
zwei (f) (n) (2) twee (m) (n) (2)
zwei (f) (n) (Kardinalzahl) twee (m) (n) (Kardinalzahl)
zwei (a) (Kardinalzahl) twee (m) (a) (Kardinalzahl)
zwei (o) (Kardinalzahl) twee (m) (o) (Kardinalzahl)
zwei (aa) (Kardinalzahl) twee (m) (aa) (Kardinalzahl)
zwei (aa) tweejarig (aa)
Zwei Beispiele31 Beispiel gefunden
in Verzweiflung wanhopig
in Verzweiflung hopeloos
in Verzweiflung vertwijfeld
in Zweifel ziehen aanvechten
in Zweifel ziehen betwisten
in Zweifel ziehen betwijfelen
in Zweifel ziehen in twijfel trekken
in Zweifel ziehen in twijfel trekken
in zwei Hälften in tweeën
in zwei Hälften in twee
in zwei Hälften middendoor
in zwei Hälften doormidden
in zwei sägen in tweeën zagen
in zwei sägen doorzagen
zweierlei Sorten tweeërhande
zweierlei Sorten tweeërlei
zweierlei Sorten van twee soorten
zweierlei Sorten twee soorten
alle zwei Wochen om de veertien dagen
auf zwei Ebenen met halve verdiepingen
in zwei in tweeën
in zwei in twee
in zwei middendoor
in zwei doormidden
mit zwei Brennpunkten bifocaal
zwei Einzelbetten lits-jumeaux
zwei Sorten tweeërhande
zwei Sorten tweeërlei
zwei Sorten van twee soorten
zwei Sorten twee soorten
zwei linke Hände haben twee linkerhanden hebben
Übersetzen Zwei in andere Sprachen
Übersetzen zwei in Englisch
Übersetzen zwei in Französisch
Übersetzen zwei in Italienisch
Übersetzen zwei in Spanisch
Übersetzen zwei in Portugiesisch
Übersetzen zwei in Slowenisch
Übersetzen zwei in Polnisch
Übersetzen zwei in Tschechisch