Zurückgehen — Deutsch Holländisch Übersetzung16 Treffer

zurückgehen (v) (Zeit) stammen uit (v) (Zeit)
zurückgehen (v) (Gesellschaft) aftakelen (v) (Gesellschaft)
zurückgehen (v) (interessieren) teruglopen (v) (interessieren)
zurückgehen (v) (Zeit) dateren uit (v) (Zeit)
zurückgehen (v) (Bewegung) terugkomen (v) (Bewegung)
zurückgehen (v) (allgemein) terugwijken (v) (allgemein)
zurückgehen (v) (allgemein) teruglopen (v) (allgemein)
zurückgehen (v) (verschlechtern) achteruitgaan (v) (verschlechtern)
zurückgehen (v) (Bewegung) terugkeren (n) (v) (Bewegung)
zurückgehen (v) (Gesellschaft) verslechteren (v) (Gesellschaft)
zurückgehen (v) (Zeit) teruggaan (v) (Zeit)
zurückgehen (v) (interessieren) afnemen (v) (interessieren)
zurückgehen (v) (allgemein) achteruitgaan (v) (allgemein)
zurückgehen (v) (Gesellschaft) bergafwaarts gaan (v) (Gesellschaft)
zurückgehen (v) (interessieren) verminderen (v) (interessieren)
zurückgehen (v) (Gesellschaft) achteruitgaan (v) (Gesellschaft)
Übersetzen Zurückgehen in andere Sprachen
Übersetzen zurückgehen in Englisch
Übersetzen zurückgehen in Französisch
Übersetzen zurückgehen in Italienisch
Übersetzen zurückgehen in Spanisch
Übersetzen zurückgehen in Portugiesisch
Übersetzen zurückgehen in Slowenisch
Übersetzen zurückgehen in Polnisch
Übersetzen zurückgehen in Tschechisch