Zunehmen — Deutsch Holländisch Übersetzung13 Treffer

zunehmen (v) (Spannung) zich opstapelen (v) (Spannung)
zunehmen (v) (Druck) toenemen (v) (Druck)
zunehmen (v) (Gewicht) dikker worden (v) (Gewicht)
zunehmen (v) (Wissen) uitbreiden (v) (Wissen)
zunehmen (v) (Spannung) stijgen (v) (Spannung)
zunehmen (v) (Zunahme) toenemen (v) (Zunahme)
zunehmen (v) (Druck) zich opstapelen (v) (Druck)
zunehmen (v) (Gewicht) aankomen (v) (Gewicht)
zunehmen (v) (Spannung) toenemen (v) (Spannung)
zunehmen (v) (Spannung) groeien (v) (Spannung)
zunehmen (v) (Druck) aangroeien (v) (Druck)
zunehmen (v) (Größe) toenemen (v) (Größe)
zunehmen (v) (Zunahme) oplopen (v) (Zunahme)
Zunehmen Beispiele3 Beispiele gefunden
an Stärke zunehmen in sterkte toenemen
an Stärke zunehmen sterker worden
lawinenartig zunehmen een sneeuwbaleffect hebben
Übersetzen Zunehmen in andere Sprachen
Übersetzen zunehmen in Englisch
Übersetzen zunehmen in Französisch
Übersetzen zunehmen in Italienisch
Übersetzen zunehmen in Spanisch
Übersetzen zunehmen in Portugiesisch
Übersetzen zunehmen in Slowenisch
Übersetzen zunehmen in Polnisch
Übersetzen zunehmen in Tschechisch