Zappeln — Übersetzung Deutsch Holländisch. Übersetzen Zappeln in Holländisch

zappeln (n) (n) (Schlange)	kronkelen (n) (n) (Schlange)
gezappelt zappelst zappeln zappelten zappeltest zapp(e)le	gekronkeld kronkelen kronkelt kronkelden kronkelde
zappeln (n) (n) (Schlange)	kronkeling (f) (n) (Schlange)
zappeln (v) (Körper)	spartelen (v) (Körper)
gezappelt zappelst zappeln zappelten zappeltest zapp(e)le	gesparteld spartelt spartelen spartelde spartelden
zappeln (v) (Bewegung)	wiegelen (v) (Bewegung)
gezappelt zappelst zappeln zappelten zappeltest zapp(e)le	gewiegeld wiegelen wiegelt wiegelde wiegelden
zappeln (v) (Bewegung)	wiebelen (v) (Bewegung)
gezappelt zappelst zappeln zappelten zappeltest zapp(e)le	gewiebeld wiebelt wiebelen wiebelde wiebelden
zappeln (v) (person)	onrustig zijn (v) (person)
zappeln (v) (Fisch)	spartelen (v) (Fisch)
gezappelt zappelst zappeln zappelten zappeltest zapp(e)le	gesparteld spartelt spartelen spartelde spartelden

Übersetzen Zappeln in andere Sprachen

Zappeln — Deutsch Holländisch Übersetzung7 Treffer