Versprechen — Deutsch Holländisch Übersetzung17 Treffer

versprechen (n) (n) (Verpflichtung) belofte (f) (n) (Verpflichtung)
versprechen (n) (n) (Verpflichtung) plechtige belofte (f) (n) (Verpflichtung)
versprechen (n) (n) (Verpflichtung) toezegging (f) (n) (Verpflichtung)
versprechen (v) (omen) betekenen (v) (omen)
versprechen (v) (Verpflichtung) plechtig beloven (v) (Verpflichtung)
versprechen (v) (omen) voorspellen (n) (v) (omen)
versprechen (v) (Verpflichtung) belofte doen (v) (Verpflichtung)
versprechen (v) (omen) beduiden (v) (omen)
versprechen (v) (Verpflichtung) een plechtige gelofte doen (v) (Verpflichtung)
versprechen (v) (Geheimnis) uit de school klappen (v) (Geheimnis)
versprechen (v) (Geheimnis) verklappen (v) (Geheimnis)
versprechen (v) (Versprechen) zijn woord geven (v) (Versprechen)
versprechen (v) (Verpflichtung) beloven (v) (Verpflichtung)
versprechen (v) (Wörter) zich verspreken (v) (Wörter)
versprechen (v) (omen) beloven (v) (omen)
versprechen (v) (Versprechen) zich op erewoord verbinden (v) (Versprechen)
versprechen (v) (Geheimnis) zich verspreken (v) (Geheimnis)
Versprechen Beispiele6 Beispiele gefunden
jemand an sein Versprechen binden iemand aan zijn belofte houden
sich versprechen verklappen
sich versprechen uit de school klappen
sich versprechen zich op erewoord verbinden
sich versprechen zich verspreken
sich versprechen zijn woord geven
Übersetzen Versprechen in andere Sprachen
Übersetzen versprechen in Englisch
Übersetzen versprechen in Französisch
Übersetzen versprechen in Italienisch
Übersetzen versprechen in Spanisch
Übersetzen versprechen in Portugiesisch
Übersetzen versprechen in Slowenisch
Übersetzen versprechen in Polnisch
Übersetzen versprechen in Tschechisch