Verleumden — Deutsch Holländisch Übersetzung17 Treffer

verleumden (v) (person) lasteren (v) (person)
verleumden (v) (allgemein) belasteren (v) (allgemein)
verleumden (v) (Reden) achterklappen (v) (Reden)
verleumden (v) (person) zwartmaken (v) (person)
verleumden (v) (person) kwaadspreken over (v) (person)
verleumden (v) (lästern) blasfemeren (v) (lästern)
verleumden (v) (person) schandaliseren (v) (person)
verleumden (v) (person) zwart maken (n) (v) (person)
verleumden (v) (person) te schande maken (v) (person)
verleumden (v) (person) belasteren (v) (person)
verleumden (v) (person) door het slijk halen (v) (person)
verleumden (v) (lästern) bekladden (n) (v) (lästern)
verleumden (v) (Reden) kwaadspreken (v) (Reden)
verleumden (v) (Reden) roddelen (v) (Reden)
verleumden (v) (lästern) belasteren (v) (lästern)
verleumden (v) (person) in diskrediet brengen (v) (person)
verleumden (v) (Reden) zwartmaken (v) (Reden)
Übersetzen Verleumden in andere Sprachen
Übersetzen verleumden in Englisch
Übersetzen verleumden in Französisch
Übersetzen verleumden in Italienisch
Übersetzen verleumden in Spanisch
Übersetzen verleumden in Portugiesisch
Übersetzen verleumden in Slowenisch
Übersetzen verleumden in Polnisch
Übersetzen verleumden in Tschechisch