Vereinigen — Deutsch Holländisch Übersetzung13 Treffer

vereinigen (v) (konsolidieren) fusioneren (v) (konsolidieren)
vereinigen (v) (Gesellschaft) samengroeien (v) (Gesellschaft)
vereinigen (v) (kraft) samenspannen (v) (kraft)
vereinigen (v) (konsolidieren) zich verenigen (v) (konsolidieren)
vereinigen (v) (allgemein) verenigen (n) (v) (allgemein)
vereinigen (v) (Gesellschaft) samensmelten (v) (Gesellschaft)
vereinigen (v) (allgemein) verzamelen (v) (allgemein)
vereinigen (v) (Gruppe) zich verenigen (v) (Gruppe)
vereinigen (v) (Gesellschaft) zich aaneensluiten (v) (Gesellschaft)
vereinigen (v) (Gesellschaft) zich verenigen (v) (Gesellschaft)
vereinigen (v) (Gesellschaft) fuseren (v) (Gesellschaft)
vereinigen (v) (kraft) bundelen (v) (kraft)
vereinigen (v) (konsolidieren) zich aaneensluiten (v) (konsolidieren)
Vereinigen Beispiele11 Beispiele gefunden
in sich vereinigen in zich verenigen
sich vereinigen zich aaneensluiten
sich vereinigen samengroeien
sich vereinigen samensmelten
sich vereinigen zich verenigen
sich vereinigen fuseren
wieder vereinigen weer bij elkaar brengen
wieder vereinigen herenigen
wieder vereinigen bijleggen
wieder vereinigen conciliëren
wieder vereinigen verzoenen
Übersetzen Vereinigen in andere Sprachen
Übersetzen vereinigen in Englisch
Übersetzen vereinigen in Französisch
Übersetzen vereinigen in Italienisch
Übersetzen vereinigen in Spanisch
Übersetzen vereinigen in Portugiesisch
Übersetzen vereinigen in Slowenisch
Übersetzen vereinigen in Polnisch
Übersetzen vereinigen in Tschechisch