untergehen
(v)
(Existenz)
|
teloorgaan
(v)
(Existenz)
|
untergegangen
gehen unter
gehst unter
gingen unter
gingst unter
geh(e) unter
|
teloorgegaan
gaat teloor
gaan teloor
gingen teloor
ging teloor
|
untergehen
(v)
(Sonne)
|
ondergaan
(v)
(Sonne)
|
untergegangen
gehen unter
gehst unter
gingen unter
gingst unter
geh(e) unter
|
ondergaan
ondergaat
ondergaan
onderging
ondergingen
|
untergehen
(v)
(nautisch)
|
zinken
(v)
(nautisch)
|
untergegangen
gehen unter
gehst unter
gingen unter
gingst unter
geh(e) unter
|
gezonken
zinkt
zinken
zonk
zonken
|
untergehen
(v)
(Existenz)
|
ophouden te bestaan
(v)
(Existenz)
|
untergehen
(v)
(Gesellschaft)
|
ten onder gaan
(v)
(Gesellschaft)
|
untergehen
(v)
(Existenz)
|
tenietgaan
(v)
(Existenz)
|
untergegangen
gehen unter
gehst unter
gingen unter
gingst unter
geh(e) unter
|
tenietgegaan
gaan teniet
gingen teniet
|
untergehen
(v)
(Existenz)
|
verdwijnen
(v)
(Existenz)
|
untergegangen
gehen unter
gehst unter
gingen unter
gingst unter
geh(e) unter
|
verdwenen
verdwijnt
verdwijnen
verdween
verdwenen
|
untergehen
(v)
(nautisch)
|
vergaan
(v)
(nautisch)
|
untergegangen
gehen unter
gehst unter
gingen unter
gingst unter
geh(e) unter
|
vergaan
vergaat
vergaan
verging
vergingen
|
untergehen
(v)
(Existenz)
|
verloren gaan
(v)
(Existenz)
|
untergehen
(v)
(nautisch)
|
ondergaan
(v)
(nautisch)
|
untergegangen
gehen unter
gehst unter
gingen unter
gingst unter
geh(e) unter
|
ondergaan
ondergaat
ondergaan
onderging
ondergingen
|