Unbestreitbar — Deutsch Holländisch Übersetzung14 Treffer

unbestreitbar (a) (Tatsache) dat bewezen is (a) (Tatsache)
unbestreitbar (a) (Wahrheit) onbetwijfelbaar (a) (Wahrheit)
unbestreitbar (a) (Wahrheit) onbetwistbaar (a) (Wahrheit)
unbestreitbar (a) (Wahrheit) onweerlegbaar (a) (Wahrheit)
unbestreitbar (a) (grund) onbetwistbaar (a) (grund)
unbestreitbar (a) (Tatsache) zeker (a) (Tatsache)
unbestreitbar (a) (Tatsache) vaststaand (a) (Tatsache)
unbestreitbar (a) (grund) onomstotelijk (a) (grund)
unbestreitbar (a) (grund) onweerlegbaar (a) (grund)
unbestreitbar (o) (Wahrheit) ontegenzeglijk (o) (Wahrheit)
unbestreitbar (o) (Wahrheit) zeer beslist (o) (Wahrheit)
unbestreitbar (o) (Wahrheit) ontegensprekelijk (o) (Wahrheit)
unbestreitbar (o) (Wahrheit) onweerlegbaar (o) (Wahrheit)
unbestreitbar (o) (Wahrheit) onbetwistbaar (o) (Wahrheit)
Übersetzen Unbestreitbar in andere Sprachen
Übersetzen unbestreitbar in Englisch
Übersetzen unbestreitbar in Französisch
Übersetzen unbestreitbar in Italienisch
Übersetzen unbestreitbar in Spanisch
Übersetzen unbestreitbar in Portugiesisch
Übersetzen unbestreitbar in Slowenisch
Übersetzen unbestreitbar in Polnisch
Übersetzen unbestreitbar in Tschechisch