Trennen — Deutsch Holländisch Übersetzung16 Treffer

trennen (n) (n) (technisch) scheiding (f) (n) (technisch)
trennen (n) (n) (technisch) separatie (f) (n) (technisch)
trennen (n) (n) (technisch) scheiden (n) (n) (technisch)
trennen (v) (intransitiv) scheiden (n) (v) (intransitiv)
trennen (v) (politik) afzonderen (v) (politik)
trennen (v) (separieren) scheiden (n) (v) (separieren)
trennen (v) (Unfall) scheiden (n) (v) (Unfall)
trennen (v) (Unfall) afsnijden van (v) (Unfall)
trennen (v) (Chemie) scheiden (n) (v) (Chemie)
trennen (v) (Trennwand) scheiden (n) (v) (Trennwand)
trennen (v) (Grenze) scheiden (n) (v) (Grenze)
trennen (v) (separieren) afscheiden (v) (separieren)
trennen (v) (intransitiv) splitsen (v) (intransitiv)
trennen (v) (Gegenstände) scheiden (n) (v) (Gegenstände)
trennen (v) (Chemie) afscheiden (v) (Chemie)
trennen (v) (Gegenstände) uit elkaar halen (v) (Gegenstände)
Trennen Beispiele3 Beispiele gefunden
die Spreu vom Weizen trennen het kaf van het koren scheiden
sich trennen splitsen
sich trennen scheiden
Übersetzen Trennen in andere Sprachen
Übersetzen trennen in Englisch
Übersetzen trennen in Französisch
Übersetzen trennen in Italienisch
Übersetzen trennen in Spanisch
Übersetzen trennen in Portugiesisch
Übersetzen trennen in Slowenisch
Übersetzen trennen in Polnisch
Übersetzen trennen in Tschechisch