Strahlen — Übersetzung Deutsch Holländisch. Übersetzen Strahlen in Holländisch

strahlen (n) (n) (Licht)	schittering (f) (n) (Licht)
strahlen (n) (n) (Licht)	straling (f) (n) (Licht)
strahlen (v) (Augen)	schitteren (v) (Augen)
gestrahlt strahlst strahlen strahlten strahltest strahl(e)	geschitterd schittert schitteren schitterden schitterde
strahlen (v) (Stolz)	glunderen van trots (v) (Stolz)
strahlen (v) (Licht)	stralen (v) (Licht)
gestrahlt strahlst strahlen strahlten strahltest strahl(e)	gestraald straalt stralen straalden straalde
strahlen (v) (Stolz)	glunderen (v) (Stolz)
gestrahlt strahlst strahlen strahlten strahltest strahl(e)	geglunderd glundert glunderen glunderden glunderde
strahlen (v) (Glück)	glunderen (v) (Glück)
gestrahlt strahlst strahlen strahlten strahltest strahl(e)	geglunderd glundert glunderen glunderden glunderde
strahlen (v) (Augen)	stralen (v) (Augen)
gestrahlt strahlst strahlen strahlten strahltest strahl(e)	gestraald straalt stralen straalden straalde
strahlen (v) (Licht)	uitstralen (v) (Licht)
gestrahlt strahlst strahlen strahlten strahltest strahl(e)	uitgestraald straalt uit stralen uit straalde uit straalden uit
strahlen (v) (Glück)	stralen (v) (Glück)
gestrahlt strahlst strahlen strahlten strahltest strahl(e)	gestraald straalt stralen straalden straalde
strahlen (v) (Glück)	stralen van geluk (v) (Glück)
strahlen (v) (Licht)	schijnen (v) (Licht)
gestrahlt strahlst strahlen strahlten strahltest strahl(e)	geschenen schijnen schijnt scheen schenen

Strahlen Beispiele6 Beispiele gefunden

Übersetzen Strahlen in andere Sprachen

Strahlen — Deutsch Holländisch Übersetzung12 Treffer