Stopfen — Deutsch Holländisch Übersetzung15 Treffer

stopfen (n) (n) (Kleidung) herstellen (n) (n) (Kleidung)
stopfen (n) (n) (Kleidung) mazen (n) (n) (Kleidung)
stopfen (n) (n) (Kleidung) oplappen (n) (n) (Kleidung)
stopfen (n) (n) (Kleidung) stoppen (n) (n) (Kleidung)
stopfen (v) (unbesonnen) stoppen (n) (v) (unbesonnen)
stopfen (v) (kulinarisch) vullen (v) (kulinarisch)
stopfen (v) (Kleidung) mazen (n) (v) (Kleidung)
stopfen (v) (kulinarisch) farceren (v) (kulinarisch)
stopfen (v) (allgemein) dwingen te eten (v) (allgemein)
stopfen (v) stoppen (n) (v)
stopfen (v) (Unordnung) proppen (v) (Unordnung)
stopfen (v) (verstopfen) verstoppen (n) (v) (verstopfen)
stopfen (v) (Kleidung) stoppen (n) (v) (Kleidung)
stopfen (v) (verstopfen) dichtstoppen (v) (verstopfen)
stopfen (v) (unbesonnen) gooien (v) (unbesonnen)
Stopfen Beispiele8 Beispiele gefunden
Vollstopfen volstoppen
Vollstopfen te vol doen
Vollstopfen volstouwen
Vollstopfen volproppen
voll stopfen volstoppen
voll stopfen volstouwen
voll stopfen volproppen
voll stopfen volproppen
Übersetzen Stopfen in andere Sprachen
Übersetzen stopfen in Englisch
Übersetzen stopfen in Französisch
Übersetzen stopfen in Italienisch
Übersetzen stopfen in Spanisch
Übersetzen stopfen in Portugiesisch
Übersetzen stopfen in Slowenisch
Übersetzen stopfen in Polnisch
Übersetzen stopfen in Tschechisch