Schreiben — Deutsch Holländisch Übersetzung9 Treffer

schreiben (n) (n) (Journalismus) schrijven (n) (n) (Journalismus)
schreiben (v) (allgemein) schrijven (n) (v) (allgemein)
schreiben (v) (Schriftstellerei) spellen (v) (Schriftstellerei)
schreiben (v) (schicken) schrijven (n) (v) (schicken)
schreiben (v) (Wörter) schrijven (n) (v) (Wörter)
schreiben (v) (Schriftstellerei) schrijven (n) (v) (Schriftstellerei)
schreiben (v) (erstellen) schrijven (n) (v) (erstellen)
schreiben (v) (Quittung) schrijven (n) (v) (Quittung)
schreiben (v) (Quittung) uitschrijven (v) (Quittung)
Schreiben Beispiele22 Beispiele gefunden
Briefe schreiben schrijven
Briefe schreiben briefwisseling voeren
Briefe schreiben corresponderen
blind schreiben blind tikken
blind schreiben blind typen
eine Rezension schreiben recensies schrijven
einen Bericht schreiben über een verslag schrijven van
einen Bericht schreiben über recenseren
falsch schreiben verkeerd spellen
großschreiben met een hoofdletter schrijven
in Druckbuchstaben schreiben in blokletters schrijven
mit Bindestrich schreiben afbreken
mit Bindestrich schreiben door een afbrekingsteken scheiden
neu schreiben omwerken
richtig schreiben schrijven
richtig schreiben spellen
schnell aufschreiben haastig noteren
schnell aufschreiben vlug noteren
schnell aufschreiben vlug opschrijven
schnell aufschreiben haastig opschrijven
schnell aufschreiben neerkrabbelen
schnell aufschreiben neerpennen
Übersetzen Schreiben in andere Sprachen
Übersetzen schreiben in Englisch
Übersetzen schreiben in Französisch
Übersetzen schreiben in Italienisch
Übersetzen schreiben in Spanisch
Übersetzen schreiben in Portugiesisch
Übersetzen schreiben in Slowenisch
Übersetzen schreiben in Polnisch
Übersetzen schreiben in Tschechisch