schockieren
(v)
(psychiatrie)
|
traumatiseren
(v)
(psychiatrie)
|
schockiert
schockieren
schockierst
schockierten
schockiertest
schockiere
|
getraumatiseerd
traumatiseert
traumatiseren
traumatiseerde
traumatiseerden
|
schockieren
(v)
(Gefühle)
|
ontzetten
(v)
(Gefühle)
|
schockiert
schockieren
schockierst
schockierten
schockiertest
schockiere
|
ontzet
ontzet
ontzetten
ontzette
ontzetten
|
schockieren
(v)
(Gefühle)
|
ontredderen
(v)
(Gefühle)
|
schockiert
schockieren
schockierst
schockierten
schockiertest
schockiere
|
ontredderd
ontredderen
ontreddert
ontredderde
ontredderden
|
schockieren
(v)
(Gefühle)
|
ontstellen
(v)
(Gefühle)
|
schockiert
schockieren
schockierst
schockierten
schockiertest
schockiere
|
ontsteld
ontstelt
ontstellen
ontstelden
ontstelde
|
schockieren
(v)
(Gefühle)
|
verbijsteren
(v)
(Gefühle)
|
schockiert
schockieren
schockierst
schockierten
schockiertest
schockiere
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
schockieren
(v)
(Gefühle)
|
schokken
(n)
(v)
(Gefühle)
|
schockiert
schockieren
schockierst
schockierten
schockiertest
schockiere
|
geschokt
schokken
schokt
schokte
schokten
|