schmieren
(v)
(allgemein)
|
invetten
(n)
(v)
(allgemein)
|
geschmiert
schmieren
schmierst
schmierten
schmiertest
schmier(e)
|
ingevet
vetten in
vet in
vetten in
vette in
|
schmieren
(v)
(lotion)
|
smeren
(n)
(v)
(lotion)
|
geschmiert
schmieren
schmierst
schmierten
schmiertest
schmier(e)
|
gesmeerd
smeert
smeren
smeerde
smeerden
|
schmieren
(v)
(Erde)
|
besmeren
(v)
(Erde)
|
geschmiert
schmieren
schmierst
schmierten
schmiertest
schmier(e)
|
besmeerd
besmeert
besmeren
besmeerde
besmeerden
|
schmieren
(v)
(Erde)
|
bekladden
(n)
(v)
(Erde)
|
geschmiert
schmieren
schmierst
schmierten
schmiertest
schmier(e)
|
beklad
bekladden
bekladt
bekladden
bekladde
|
schmieren
(v)
(allgemein)
|
smeren
(n)
(v)
(allgemein)
|
geschmiert
schmieren
schmierst
schmierten
schmiertest
schmier(e)
|
gesmeerd
smeert
smeren
smeerde
smeerden
|
schmieren
(v)
(allgemein)
|
oliën
(n)
(v)
(allgemein)
|
schmieren
(v)
(technisch)
|
smeren
(n)
(v)
(technisch)
|
geschmiert
schmieren
schmierst
schmierten
schmiertest
schmier(e)
|
gesmeerd
smeert
smeren
smeerde
smeerden
|