Schlau — Deutsch Holländisch Übersetzung19 Treffer

schlau (a) (Benehmen) gehaaid (a) (Benehmen)
schlau (a) (person) onbetrouwbaar (a) (person)
schlau (a) (Benehmen) slim (a) (Benehmen)
schlau (a) (Benehmen) uitgeslapen (a) (Benehmen)
schlau (a) (Benehmen) geslepen (a) (Benehmen)
schlau (a) (Benehmen) geraffineerd (a) (Benehmen)
schlau (a) (Benehmen) uitgekookt (a) (Benehmen)
schlau (a) (Benehmen) schrander (a) (Benehmen)
schlau (a) (Antwort) spitsvondig (a) (Antwort)
schlau (a) (person) gewiekst (a) (person)
schlau (a) (Benehmen) slinks (a) (Benehmen)
schlau (a) (Benehmen) listig (a) (Benehmen)
schlau (a) (Benehmen) glad (a) (Benehmen)
schlau (a) (Antwort) scherpzinnig (a) (Antwort)
schlau (a) (Benehmen) sluw (a) (Benehmen)
schlau (a) (person) onoprecht (a) (person)
schlau (a) (person) oneerlijk (a) (person)
schlau (a) (Benehmen) doortrapt (a) (Benehmen)
schlau (a) (Benehmen) scherpzinnig (a) (Benehmen)
Schlau Beispiele3 Beispiele gefunden
aus etwas schlau werden een touw kunnen vastknopen aan
aus etwas schlau werden wijs kunnen worden uit
schlau werden aus hoogte kunnen krijgen van
Übersetzen Schlau in andere Sprachen
Übersetzen schlau in Englisch
Übersetzen schlau in Französisch
Übersetzen schlau in Italienisch
Übersetzen schlau in Spanisch
Übersetzen schlau in Portugiesisch
Übersetzen schlau in Slowenisch
Übersetzen schlau in Polnisch
Übersetzen schlau in Tschechisch