Passen — Deutsch Holländisch Übersetzung10 Treffer

passen (v) (Zeit) passen (v) (Zeit)
passen (v) (Kleidung) goed staan (v) (Kleidung)
passen (v) (Gegenstände) passen (v) (Gegenstände)
passen (v) (Kleidung) passen (v) (Kleidung)
passen (v) (Zeit) gelegen komen (v) (Zeit)
passen (v) (Größe) passen (v) (Größe)
passen (v) (Qualität) geschikt zijn voor (v) (Qualität)
passen (v) (Zeit) uitkomen (v) (Zeit)
passen (v) (Qualität) passen bij (v) (Qualität)
passen (v) (Größe) goed zitten (v) (Größe)
Passen Beispiele9 Beispiele gefunden
passen auf beantwoorden aan
passen auf passen bij
passen zu passen bij
passen zu aansluiten op
passen zu aanknopen bij
passen zu verband houden met
zu jemandem passen iemand eer aandoen
zu jemandem passen iemand tot eer strekken
zu jemandem passen iemand sieren
Übersetzen Passen in andere Sprachen
Übersetzen passen in Englisch
Übersetzen passen in Französisch
Übersetzen passen in Italienisch
Übersetzen passen in Spanisch
Übersetzen passen in Portugiesisch
Übersetzen passen in Slowenisch
Übersetzen passen in Polnisch
Übersetzen passen in Tschechisch