Kombinieren — Deutsch Holländisch Übersetzung11 Treffer

kombinieren (n) (n) (zusammenstellen) verenigen (n) (n) (zusammenstellen)
kombinieren (n) (n) (zusammenstellen) verbinden (n) (n) (zusammenstellen)
kombinieren (n) (n) (zusammenstellen) combinatie (f) (n) (zusammenstellen)
kombinieren (v) (Gesellschaft) samengroeien (v) (Gesellschaft)
kombinieren (v) (Gesellschaft) samensmelten (v) (Gesellschaft)
kombinieren (v) (allgemein) combineren met (v) (allgemein)
kombinieren (v) (Zeit) verenigen (n) (v) (Zeit)
kombinieren (v) (Gesellschaft) zich aaneensluiten (v) (Gesellschaft)
kombinieren (v) (allgemein) verenigen met (v) (allgemein)
kombinieren (v) (Gesellschaft) zich verenigen (v) (Gesellschaft)
kombinieren (v) (Zeit) combineren (v) (Zeit)
Kombinieren Beispiele4 Beispiele gefunden
sich kombinieren zich aaneensluiten
sich kombinieren samengroeien
sich kombinieren samensmelten
sich kombinieren zich verenigen
Übersetzen Kombinieren in andere Sprachen
Übersetzen kombinieren in Englisch
Übersetzen kombinieren in Französisch
Übersetzen kombinieren in Italienisch
Übersetzen kombinieren in Spanisch
Übersetzen kombinieren in Portugiesisch
Übersetzen kombinieren in Slowenisch
Übersetzen kombinieren in Polnisch
Übersetzen kombinieren in Tschechisch