illustrieren
(n)
(n)
(Akt)
|
illustreren
(n)
(n)
(Akt)
|
illustriert
illustrieren
illustrierst
illustriertest
illustrierten
illustriere
|
geïllustreerd
illustreren
illustreert
illustreerden
illustreerde
|
illustrieren
(n)
(n)
(Akt)
|
illustratie
(f)
(n)
(Akt)
|
illustrieren
(v)
(visuell)
|
toelichten
(v)
(visuell)
|
illustriert
illustrieren
illustrierst
illustriertest
illustrierten
illustriere
|
toegelicht
lichten toe
licht toe
lichtte toe
lichtten toe
|
illustrieren
(v)
(visuell)
|
veraanschouwelijken
(v)
(visuell)
|
illustriert
illustrieren
illustrierst
illustriertest
illustrierten
illustriere
|
veraanschouwelijkt
veraanschouwelijkt
veraanschouwelijken
veraanschouwelijkten
veraanschouwelijkte
|
illustrieren
(v)
(veranschaulichen)
|
verduidelijken
(v)
(veranschaulichen)
|
illustriert
illustrieren
illustrierst
illustriertest
illustrierten
illustriere
|
verduidelijkt
verduidelijkt
verduidelijken
verduidelijkten
verduidelijkte
|
illustrieren
(v)
(veranschaulichen)
|
illustreren
(n)
(v)
(veranschaulichen)
|
illustriert
illustrieren
illustrierst
illustriertest
illustrierten
illustriere
|
geïllustreerd
illustreren
illustreert
illustreerden
illustreerde
|
illustrieren
(v)
(visuell)
|
verluchten
(v)
(visuell)
|
illustriert
illustrieren
illustrierst
illustriertest
illustrierten
illustriere
|
verlucht
verlucht
verluchten
verluchtte
verluchtten
|
illustrieren
(v)
(visuell)
|
verduidelijken
(v)
(visuell)
|
illustriert
illustrieren
illustrierst
illustriertest
illustrierten
illustriere
|
verduidelijkt
verduidelijkt
verduidelijken
verduidelijkten
verduidelijkte
|
illustrieren
(v)
(Illustration)
|
illustreren
(n)
(v)
(Illustration)
|
illustriert
illustrieren
illustrierst
illustriertest
illustrierten
illustriere
|
geïllustreerd
illustreren
illustreert
illustreerden
illustreerde
|