handeln (n) (n) (Feilschen) | onderhandelen (n) (n) (Feilschen) |
handeln (n) (n) (Feilschen) | overeenkomen (n) (n) (Feilschen) |
handeln (v) (beginnen) | handelen (v) (beginnen) |
handeln (v) (beginnen) | te werk gaan (v) (beginnen) |
handeln (v) (tun) | handelen (v) (tun) |
handeln (v) (tun) | optreden (n) (v) (tun) |
handeln (v) (tun) | doen (v) (tun) |