Gesellig — Deutsch Holländisch Übersetzung14 Treffer

gesellig (a) (Gespräch) vriendelijk (a) (Gespräch)
gesellig (a) (Benehmen) levenslustig (a) (Benehmen)
gesellig (a) (Benehmen) aanhalig (a) (Benehmen)
gesellig (a) (Benehmen) sociabel (a) (Benehmen)
gesellig (a) (Benehmen) prettig in de omgang (a) (Benehmen)
gesellig (a) (nett) gezellig (a) (nett)
gesellig (a) (Benehmen) vriendelijk (a) (Benehmen)
gesellig (a) (Gespräch) aangenaam (a) (Gespräch)
gesellig (a) (Benehmen) prettig in omgang (a) (Benehmen)
gesellig (a) (Benehmen) gezellig (a) (Benehmen)
gesellig (a) (Gespräch) gemoedelijk (a) (Gespräch)
gesellig (a) (Benehmen) hartelijk (a) (Benehmen)
gesellig (a) (Benehmen) joviaal (a) (Benehmen)
gesellig (a) (Gespräch) gezellig (a) (Gespräch)
Gesellig Beispiele3 Beispiele gefunden
gesellig sein kunnen opschieten met
gesellig sein prettig zijn in de omgang
gesellig sein zich sociabel gedragen
Übersetzen Gesellig in andere Sprachen
Übersetzen gesellig in Englisch
Übersetzen gesellig in Französisch
Übersetzen gesellig in Italienisch
Übersetzen gesellig in Spanisch
Übersetzen gesellig in Portugiesisch
Übersetzen gesellig in Slowenisch
Übersetzen gesellig in Polnisch
Übersetzen gesellig in Tschechisch