fliegen
(v)
(Bewegung)
|
stormen
(v)
(Bewegung)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
gestormd
stormen
stormt
stormden
stormde
|
fliegen
(v)
(Bewegung)
|
snellen
(v)
(Bewegung)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
gesneld
snelt
snellen
snelden
snelde
|
fliegen
(v)
(Bewegung)
|
vliegen
(v)
(Bewegung)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
gevlogen
vliegen
vliegt
vlogen
vloog
|
fliegen
(v)
(Luftfahrt)
|
besturen
(v)
(Luftfahrt)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
bestuurd
besturen
bestuurt
bestuurde
bestuurden
|
fliegen
(v)
(Bewegung)
|
stuiven
(v)
(Bewegung)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
gestoven
stuift
stuiven
stoven
stoof
|
fliegen
(v)
(Luftfahrt)
|
navigeren
(v)
(Luftfahrt)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
genavigeerd
navigeren
navigeert
navigeerde
navigeerden
|
fliegen
(v)
(sand)
|
vliegen
(v)
(sand)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
gevlogen
vliegen
vliegt
vlogen
vloog
|
fliegen
(v)
(Bewegung)
|
schieten
(n)
(v)
(Bewegung)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
geschoten
schiet
schieten
schoten
schoot
|
fliegen
(v)
(sand)
|
stuiven
(v)
(sand)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
gestoven
stuift
stuiven
stoven
stoof
|
fliegen
(v)
(allgemein)
|
vliegen
(v)
(allgemein)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
gevlogen
vliegen
vliegt
vlogen
vloog
|
fliegen
(v)
(Bewegung)
|
hollen
(v)
(Bewegung)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
gehold
holt
hollen
holde
holden
|
fliegen
(v)
(Bewegung)
|
rennen
(n)
(v)
(Bewegung)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
gerend
rent
rennen
rende
renden
|
fliegen
(v)
|
vliegen
(v)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
gevlogen
vliegen
vliegt
vlogen
vloog
|
fliegen
(v)
(Luftfahrt)
|
vliegen
(v)
(Luftfahrt)
|
geflogen
fliegen
fliegst
flogst
flogen
flieg(e)
|
gevlogen
vliegen
vliegt
vlogen
vloog
|