erlangen (v) (erwerben) | verwerven (n) (v) (erwerben) |
erlangen (v) (gewinnen) | verkrijgen (v) (gewinnen) |
erlangen (v) (gewinnen) | bemachtigen (v) (gewinnen) |
erlangen (v) (erwerben) | behalen (n) (v) (erwerben) |
erlangen (v) (gewinnen) | verwerven (n) (v) (gewinnen) |
erlangen (v) (erwerben) | ontwikkelen (v) (erwerben) |
erlangen (v) (erwerben) | verkrijgen (v) (erwerben) |