entschlossen (a) (Benehmen) | doelbewust (a) (Benehmen) |
entschlossen (a) (Antwort) | nadrukkelijk (a) (Antwort) |
entschlossen (a) (Antwort) | uitdrukkelijk (a) (Antwort) |
entschlossen (a) (Benehmen) | vastbesloten (a) (Benehmen) |
entschlossen (a) (Benehmen) | beslist (a) (Benehmen) |
entschlossen (a) (Antwort) | categorisch (a) (Antwort) |
entschlossen (a) (Benehmen) | resoluut (a) (Benehmen) |
entschlossen (a) (Benehmen) | vastberaden (a) (Benehmen) |
entschlossen (o) (entschieden) | resoluut (o) (entschieden) |
entschlossen (o) (entschieden) | kordaat (o) (entschieden) |
entschlossen (o) (entschieden) | vastberaden (o) (entschieden) |
fest entschlossen sein | vastbesloten zijn om |