Eintreten — Deutsch Holländisch Übersetzung14 Treffer

eintreten (n) (n) (Akt) binnenkomst (f) (n) (Akt)
eintreten (n) (n) (Akt) entree (f) (n) (Akt)
eintreten (n) (n) (Akt) intree (m) (n) (Akt)
eintreten (n) (n) (Akt) intrede (m) (n) (Akt)
eintreten (v) (Ereignis) plaatsgrijpen (v) (Ereignis)
eintreten (v) (teilnehmen an) meedoen aan (v) (teilnehmen an)
eintreten (v) (Ereignis) zich voordoen (v) (Ereignis)
eintreten (v) (eintreten in) binnengaan (v) (eintreten in)
eintreten (v) (teilnehmen an) deelnemen aan (v) (teilnehmen an)
eintreten (v) (eintreten in) binnentreden (v) (eintreten in)
eintreten (v) (eintreten in) gaan in (v) (eintreten in)
eintreten (v) (allgemein) naar binnen gaan (v) (allgemein)
eintreten (v) (eintreten in) binnenkomen (v) (eintreten in)
eintreten (v) (teilnehmen an) participeren in (v) (teilnehmen an)
Eintreten Beispiele10 Beispiele gefunden
eintreten in gaan in
eintreten in binnengaan
eintreten in binnentreden
eintreten in binnenkomen
für etwas eintreten in de bres springen voor
für etwas eintreten het opnemen voor
für jemanden eintreten in de bres springen voor
für jemanden eintreten het opnemen voor
in einen Gewerkschaftsbund eintreten lid worden van een vakbond
wieder eintreten in weer lid worden van
Übersetzen Eintreten in andere Sprachen
Übersetzen eintreten in Englisch
Übersetzen eintreten in Französisch
Übersetzen eintreten in Italienisch
Übersetzen eintreten in Spanisch
Übersetzen eintreten in Portugiesisch
Übersetzen eintreten in Slowenisch
Übersetzen eintreten in Polnisch
Übersetzen eintreten in Tschechisch