bilden
(v)
(Gesellschaft)
|
oprichten
(v)
(Gesellschaft)
|
gebildet
bilden
bildest
bildeten
bildetest
bilde
|
opgericht
richten op
richt op
richtte op
richtten op
|
bilden
(v)
(entwickeln)
|
zich vormen
(v)
(entwickeln)
|
bilden
(v)
(allgemein)
|
vormen
(v)
(allgemein)
|
gebildet
bilden
bildest
bildeten
bildetest
bilde
|
gevormd
vormen
vormt
vormden
vormde
|
bilden
(v)
(ausmachen)
|
vormen
(v)
(ausmachen)
|
gebildet
bilden
bildest
bildeten
bildetest
bilde
|
gevormd
vormen
vormt
vormden
vormde
|
bilden
(v)
(Gesellschaft)
|
stichten
(v)
(Gesellschaft)
|
gebildet
bilden
bildest
bildeten
bildetest
bilde
|
gesticht
sticht
stichten
stichtte
stichtten
|
bilden
(v)
(Bildung)
|
opleiden
(v)
(Bildung)
|
gebildet
bilden
bildest
bildeten
bildetest
bilde
|
opgeleid
leiden op
leidt op
leidden op
leidde op
|
bilden
(v)
(Wissen)
|
aankweken
(v)
(Wissen)
|
gebildet
bilden
bildest
bildeten
bildetest
bilde
|
aangekweekt
kweken aan
kweekt aan
kweekte aan
kweekten aan
|
bilden
(v)
(ausmachen)
|
vertegenwoordigen
(v)
(ausmachen)
|
gebildet
bilden
bildest
bildeten
bildetest
bilde
|
vertegenwoordigd
vertegenwoordigt
vertegenwoordigen
vertegenwoordigde
vertegenwoordigden
|
bilden
(v)
(Bildung)
|
onderwijzen
(v)
(Bildung)
|
gebildet
bilden
bildest
bildeten
bildetest
bilde
|
onderwezen
onderwijzen
onderwijst
onderwezen
onderwees
|
bilden
(v)
(Wissen)
|
cultiveren
(n)
(v)
(Wissen)
|
gebildet
bilden
bildest
bildeten
bildetest
bilde
|
gecultiveerd
cultiveren
cultiveert
cultiveerde
cultiveerden
|