Beben — Übersetzung Deutsch Holländisch. Übersetzen Beben in Holländisch

beben (n) (n) (natur)	trilling (f) (n) (natur)
beben (n) (n) (Kälte - Angst)	siddering (f) (n) (Kälte - Angst)
beben (n) (n) (natur)	schok (m) (n) (natur)
beben (n) (n) (Kälte - Angst)	rilling (f) (n) (Kälte - Angst)
beben (n) (n) (natur)	beving (f) (n) (natur)
beben (n) (n) (Kälte - Angst)	trilling (f) (n) (Kälte - Angst)
beben (n) (n) (Kälte - Angst)	huivering (f) (n) (Kälte - Angst)
beben (v) (Furcht)	klappertanden (v) (Furcht)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	geklappertand klappertandt klappertanden klappertandde klappertandden
beben (v) (Kälte)	rillen (v) (Kälte)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gerild rilt rillen rilden rilde
beben (v) (Stimme)	trillen (v) (Stimme)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	getrild trillen trilt trilde trilden
beben (v) (Gebäude)	daveren (v) (Gebäude)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gedaverd davert daveren daverden daverde
beben (v) (Stimme)	beven (v) (Stimme)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gebeefd beven beeft beefden beefde
beben (v) (physikalisch)	beven (v) (physikalisch)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gebeefd beven beeft beefden beefde
beben (v) (Furcht)	sidderen (v) (Furcht)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gesidderd siddert sidderen sidderde sidderden
beben (v) (Kälte)	beven (v) (Kälte)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gebeefd beven beeft beefden beefde
beben (v) (Gebäude)	schudden (n) (v) (Gebäude)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	geschud schudden schudt schudde schudden
beben (v) (Furcht)	rillen (v) (Furcht)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gerild rilt rillen rilden rilde
beben (v) (Kälte)	bibberen (v) (Kälte)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gebibberd bibbert bibberen bibberden bibberde
beben (v) (physikalisch)	trillen (v) (physikalisch)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	getrild trillen trilt trilde trilden
beben (v) (Kälte)	huiveren (v) (Kälte)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gehuiverd huivert huiveren huiverden huiverde
beben (v) (Furcht)	beven (v) (Furcht)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gebeefd beven beeft beefden beefde
beben (v) (Kälte)	klappertanden (v) (Kälte)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	geklappertand klappertandt klappertanden klappertandde klappertandden
beben (v) (Kälte)	sidderen (v) (Kälte)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gesidderd siddert sidderen sidderde sidderden
beben (v) (Furcht)	bibberen (v) (Furcht)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gebibberd bibbert bibberen bibberden bibberde
beben (v) (Gebäude)	trillen (v) (Gebäude)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	getrild trillen trilt trilde trilden
beben (v) (Gebäude)	schokken (n) (v) (Gebäude)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	geschokt schokken schokt schokte schokten
beben (v) (Gebäude)	beven (v) (Gebäude)
gebebt bebst beben bebten bebtest beb(e)	gebeefd beven beeft beefden beefde

Beben Beispiele3 Beispiele gefunden

zum Beben bringen	doen daveren
zum Beben bringen	doen trillen
zum Beben bringen	doen beven

Übersetzen Beben in andere Sprachen

— Übersetzen beben in Englisch

— Übersetzen beben in Französisch

— Übersetzen beben in Italienisch

— Übersetzen beben in Spanisch

— Übersetzen beben in Portugiesisch

— Übersetzen beben in Slowenisch

— Übersetzen beben in Polnisch

— Übersetzen beben in Tschechisch

Beben — Deutsch Holländisch Übersetzung27 Treffer