en
es
pt
nl
de
fr
it
sv
pl
cs
lang
db
Aufpolieren
— Deutsch Holländisch Übersetzung
4 Treffer
aufpolieren
(v)
(Verbesserung)
oppoetsen
(v)
(Verbesserung)
aufpoliert
polieren auf
polierst auf
polierten auf
poliertest auf
poliere auf
opgepoetst
poetst op
poetsen op
poetste op
poetsten op
aufpolieren
(v)
(Verbesserung)
verfijnen
(v)
(Verbesserung)
aufpoliert
polieren auf
polierst auf
polierten auf
poliertest auf
poliere auf
verfijnd
verfijnen
verfijnt
verfijnden
verfijnde
aufpolieren
(v)
(Verbesserung)
bijwerken
(v)
(Verbesserung)
aufpoliert
polieren auf
polierst auf
polierten auf
poliertest auf
poliere auf
bijgewerkt
werken bij
werkt bij
werkte bij
werkten bij
aufpolieren
(v)
(Verbesserung)
bijschaven
(v)
(Verbesserung)
aufpoliert
polieren auf
polierst auf
polierten auf
poliertest auf
poliere auf
bijgeschaafd
schaaft bij
schaven bij
schaafde bij
schaafden bij
Übersetzen
Aufpolieren
in andere Sprachen
—
Übersetzen aufpolieren in Englisch
—
Übersetzen aufpolieren in Französisch
—
Übersetzen aufpolieren in Italienisch
—
Übersetzen aufpolieren in Spanisch
—
Übersetzen aufpolieren in Portugiesisch
—
Übersetzen aufpolieren in Slowenisch
—
Übersetzen aufpolieren in Polnisch
—
Übersetzen aufpolieren in Tschechisch