Ablegen — Deutsch Holländisch Übersetzung15 Treffer

ablegen (v) (Gegenstände) wegsmijten (v) (Gegenstände)
ablegen (v) (Kleidung) uittrekken (v) (Kleidung)
ablegen (v) (allgemein) achterlaten (v) (allgemein)
ablegen (v) (Kleidung) afleggen (v) (Kleidung)
ablegen (v) (Kleidung) afnemen (v) (Kleidung)
ablegen (v) (Kleidung) afdoen (v) (Kleidung)
ablegen (v) (Kleidung) uitdoen (v) (Kleidung)
ablegen (v) archiveren (v)
ablegen (v) (allgemein) afzetten (n) (v) (allgemein)
ablegen (v) (Gegenstände) afdanken (v) (Gegenstände)
ablegen (v) afleggen (v)
ablegen (v) (Gegenstände) zich ontdoen van (v) (Gegenstände)
ablegen (v) (Hut) afnemen (v) (Hut)
ablegen (v) (Gegenstände) weggooien (v) (Gegenstände)
ablegen (v) afvaren (v)
Ablegen Beispiele9 Beispiele gefunden
Rechenschaft ablegen für rekenschap geven voor
Rechenschaft ablegen für rekenschap afleggen voor
Rechenschaft ablegen für verantwoording afleggen voor
Rechenschaft ablegen für zich verantwoorden voor
Rechenschaft ablegen rekenschap geven
Rechenschaft ablegen zich verantwoorden
Rechenschaft ablegen verantwoording afleggen
ein Gelöbnis ablegen gelofte afleggen
ein Gelöbnis ablegen plechtig beloven
Übersetzen Ablegen in andere Sprachen
Übersetzen ablegen in Englisch
Übersetzen ablegen in Französisch
Übersetzen ablegen in Italienisch
Übersetzen ablegen in Spanisch
Übersetzen ablegen in Portugiesisch
Übersetzen ablegen in Slowenisch
Übersetzen ablegen in Polnisch
Übersetzen ablegen in Tschechisch