Tag — Deutsch Holländisch Übersetzung6 Treffer

Tag (m) open dag (m)
Tag (m) open huis (n)
Tag (m) opendeurdag (m)
Tag (m) (n) (guten Tag) dag (m) (n) (guten Tag)
Tag (m) (n) (kalender) dag (m) (n) (kalender)
Tag (m) (n) (Periode) dag (m) (n) (Periode)
Tag Beispiele47 Beispiele gefunden
Protagonist hoofdpersonage
Protagonist protagonist
Protagonist protagonist
Protagonist hoofdfiguur
Protagonist hoofdfiguur
Protagonist hoofdrolspeler
Protagonist hoofdpersoon
Protagonist hoofdpersoon
Protagonist hoofdrolspeler
Protagonistin protagoniste
Protagonistin protagoniste
Protagonistin hoofdfiguur
Protagonistin hoofdrolspeelster
Protagonistin hoofdrolspeelster
Protagonistin hoofdpersoon
Protagonistin hoofdfiguur
Protagonistin hoofdpersonage
Protagonistin hoofdpersoon
guten Tag hallo
guten Tag dag
guten Tag goededag
Tag X Dag D
Tag X D-day
Tag der Arbeit dag van de arbeid
Tag der offenen Tür open dag
Tag der offenen Tür open huis
Tag der offenen Tür opendeurdag
an den Tag kommen te voorschijn komen
an den Tag kommen bovenkomen
an den Tag legen betonen
an den Tag legen tonen
auf einen anderen Tag fallen op een andere dag vallen
auf einen anderen Tag fallen verspringen
folgende Tag volgende dag
heißer Tag snikhete dag
jeden Tag daags
jeden Tag van elke dag
jeden Tag dagelijks
nächste Tag volgende dag
pro Tag per dag
pro Tag daags
seinen Tag einteilen zijn dag plannen
seinen Tag einteilen zijn dag indelen
seinen Tag planen zijn dag plannen
seinen Tag planen zijn dag indelen
guten Nachmittag goede namiddag
Tag der Deutschen Einheit Dag van de Duitse eenheid
Übersetzen Tag in andere Sprachen
Übersetzen Tag in Englisch
Übersetzen Tag in Französisch
Übersetzen Tag in Italienisch
Übersetzen Tag in Spanisch
Übersetzen Tag in Portugiesisch
Übersetzen Tag in Slowenisch
Übersetzen Tag in Polnisch
Übersetzen Tag in Tschechisch