Spülen — Übersetzung Deutsch Holländisch. Übersetzen Spülen in Holländisch

Spülen (n) (n) (allgemein)	spoelen (n) (n) (allgemein)
gespult spulen spulst spultest spulten spul(e)	gespoeld spoelen spoelt spoelde spoelden
Spülen (n) (n) (Reinmachen)	afwas (m) (n) (Reinmachen)
Spülen (n) (n) (Reinmachen)	vaat (m) (n) (Reinmachen)
Spülen (v) (Geschirr)	afwassen (v) (Geschirr)
gespult spulen spulst spultest spulten spul(e)	afgewassen wassen af wast af waste af wasten af
Spülen (v) (Geschirr)	de vaat doen (v) (Geschirr)
Spülen (v) (Toilette)	doorspoelen (v) (Toilette)
gespult spulen spulst spultest spulten spul(e)	doorspoeld doorspoelt doorspoelen doorspoelden doorspoelde
Spülen (v) (Toilette)	doortrekken (v) (Toilette)
gespult spulen spulst spultest spulten spul(e)	doortrokken doortrekt doortrekken doortrok doortrokken
Spülen (v) (allgemein)	spoelen (n) (v) (allgemein)
gespult spulen spulst spultest spulten spul(e)	gespoeld spoelen spoelt spoelde spoelden

Übersetzen Spülen in andere Sprachen

Spülen — Deutsch Holländisch Übersetzung8 Treffer