Schale — Deutsch Holländisch Übersetzung11 Treffer

Schale (f) (n) (Ei) eierschaal (m) (n) (Ei)
Schale (f) (n) (Nuss) notedop (m) (n) (Nuss)
Schale (f) (n) (Kartoffel) schil (m) (n) (Kartoffel)
Schale (f) (n) (Frucht) vel (n) (n) (Frucht)
Schale (f) (n) (Frucht) pel (m) (n) (Frucht)
Schale (f) (n) (Frucht) schil (m) (n) (Frucht)
Schale (f) (n) (Nuss) dop (m) (n) (Nuss)
Schale (f) (n) (Frucht) schel (m) (n) (Frucht)
Schale (f) (n) (Krebstiere) schaal (m) (n) (Krebstiere)
Schale (f) (n) (Ei) schaal (m) (n) (Ei)
Schale (f) (n) (Kartoffel) schel (m) (n) (Kartoffel)
Schale Beispiele7 Beispiele gefunden
Reis mit Schale padie
in Schale sein keurig gekleed zijn
in Schale sein piekfijn gekleed zijn
sich in Schale werfen zich uitdossen
sich in Schale werfen zich opdoffen
sich in Schale werfen zich opkleden
sich in Schale werfen zich opdirken
Übersetzen Schale in andere Sprachen
— Übersetzen Schale in Englisch
— Übersetzen Schale in Französisch
— Übersetzen Schale in Italienisch
— Übersetzen Schale in Spanisch
— Übersetzen Schale in Portugiesisch
— Übersetzen Schale in Slowenisch
— Übersetzen Schale in Polnisch
— Übersetzen Schale in Tschechisch
Mehrsprachige Online-Übersetzer Wählen Sie ein Wörterbuch: Englisch Französisch Deutsch Italienisch Spanisch Portugiesisch Holländisch Slowenisch Polnisch Tschechisch 2024 langdb.com | Page load 0.0507 s. Nutzungsbedingungen Datenschutz Impressum