Recht — Deutsch Holländisch Übersetzung9 Treffer

Recht (n) (n) (Forderung) recht (n) (n) (Forderung)
Recht (n) (n) (Zustimmung) toestemming (f) (n) (Zustimmung)
Recht (n) (n) (Zustimmung) instemming (f) (n) (Zustimmung)
Recht (n) (n) (Wissenschaft) rechten (n) (Wissenschaft)
Recht (n) (n) (Zustimmung) goedkeuring (f) (n) (Zustimmung)
Recht (n) (n) (Wissenschaft) rechtsgeleerdheid (f) (n) (Wissenschaft)
Recht (n) (n) (Zustimmung) autorisatie (f) (n) (Zustimmung)
Recht (a) (Geometrie) recht (n) (a) (Geometrie)
Recht (a) (Strickarbeit) recht (n) (a) (Strickarbeit)
Recht Beispiele26 Beispiele gefunden
Mitglied der Rechten conservatieve
Mitglied der Rechten conservatief
Mitglied der Rechten behoudsgezinde
Mitglied der Rechten behoudsgezinde
Mitglied der Rechten lid van de rechtervleugel
Mitglied der Rechten lid van de rechtervleugel
Mitglied des rechten Parteiflügels conservatieve
Mitglied des rechten Parteiflügels conservatief
Mitglied des rechten Parteiflügels behoudsgezinde
Mitglied des rechten Parteiflügels behoudsgezinde
Mitglied des rechten Parteiflügels lid van de rechtervleugel
Mitglied des rechten Parteiflügels lid van de rechtervleugel
Mitspracherecht medezeggenschap
Mitspracherecht deelname
Mitspracherecht inspraak
Gericht für billiges oder natürliches Recht rechtbank voor equity-zaken
Recht gebend autoriserend
Recht gebend recht gevend
gesetzliches Recht wettelijk recht
kodifiziertes Recht geschreven recht
kodifiziertes Recht geschreven wet
mit Recht terecht
mit Recht verdiend
schriftlich niedergelegtes Recht geschreven recht
schriftlich niedergelegtes Recht geschreven wet
unveräußerliches Recht onvervreemdbaar recht
Übersetzen Recht in andere Sprachen
Übersetzen Recht in Englisch
Übersetzen Recht in Französisch
Übersetzen Recht in Italienisch
Übersetzen Recht in Spanisch
Übersetzen Recht in Portugiesisch
Übersetzen Recht in Slowenisch
Übersetzen Recht in Polnisch
Übersetzen Recht in Tschechisch