Rechnung — Deutsch Holländisch Übersetzung10 Treffer

Rechnung (f) (n) (handel) rekening (f) (n) (handel)
Rechnung (f) (n) (Zahlung) factuur (f) (n) (Zahlung)
Rechnung (f) (n) (Zahlung) rekening (f) (n) (Zahlung)
Rechnung (f) (n) (Mathematik) rekening (f) (n) (Mathematik)
Rechnung (f) (n) (restaurant) rekening (f) (n) (restaurant)
Rechnung (f) (n) (Mathematik) analyse (f) (n) (Mathematik)
Rechnung (f) (n) (Betriebswirtschaft) rekening (f) (n) (Betriebswirtschaft)
Rechnung (f) (n) (Gastronomie) rekening (f) (n) (Gastronomie)
Rechnung (f) (n) (Mathematik) calculus (m) (n) (Mathematik)
Rechnung (f) (n) (handel) nota (m) (n) (handel)
Rechnung Beispiele13 Beispiele gefunden
auf meine Rechnung ik betaal
die Rechnung bezahlen de rekening betalen
die Rechnung bezahlen de vertering betalen
die Rechnung bezahlen de consumptie betalen
in Rechnung stellen lassen voor een bepaald bedrag debiteren
in Rechnung stellen lassen op de rekening laten schrijven
jemandes Rechnung bezahlen iemands rekening betalen
jemandes Rechnung bezahlen iemand vrijhouden
laufende Rechnung rekening-courant
laufende Rechnung lopende rekening
seine Rechnung bezahlen de rekening betalen
seine Rechnung bezahlen afrekenen
Gewinn-und-Verlust-Rechnung winst- en verliesrekening
Übersetzen Rechnung in andere Sprachen
Übersetzen Rechnung in Englisch
Übersetzen Rechnung in Französisch
Übersetzen Rechnung in Italienisch
Übersetzen Rechnung in Spanisch
Übersetzen Rechnung in Portugiesisch
Übersetzen Rechnung in Slowenisch
Übersetzen Rechnung in Polnisch
Übersetzen Rechnung in Tschechisch