Griff — Deutsch Holländisch Übersetzung15 Treffer

Griff (m) (n) (Tür) klink (m) (n) (Tür)
Griff (m) (n) (hand) greep (m) (n) (hand)
Griff (m) (n) (Reifen) grip (m) (n) (Reifen)
Griff (m) (n) (Koffer) handvat (n) (n) (Koffer)
Griff (m) (n) (hand) vat (n) (n) (hand)
Griff (m) (n) (kleine Waffen) handvat (n) (n) (kleine Waffen)
Griff (m) (n) (hand) houvast (n) (n) (hand)
Griff (m) (n) (Akt) greep (m) (n) (Akt)
Griff (m) (n) (Spaten) steel (m) (n) (Spaten)
Griff (m) (n) (Tür) kruk (m) (n) (Tür)
Griff (m) (n) (Messer) handvat (n) (n) (Messer)
Griff (m) (n) (hand) grip (m) (n) (hand)
Griff (m) (n) (Messer) heft (n) (n) (Messer)
Griff (m) (n) (Reifen) houvast (n) (n) (Reifen)
Griff (m) (n) (Spaten) handgreep (m) (n) (Spaten)
Griff Beispiele4 Beispiele gefunden
etwas nicht im Griff haben geen vat op iets kunnen krijgen
etwas nicht im Griff haben geen grip op iets kunnen krijgen
etwas nicht in den Griff bekommen geen vat op iets kunnen krijgen
etwas nicht in den Griff bekommen geen grip op iets kunnen krijgen
Übersetzen Griff in andere Sprachen
Übersetzen Griff in Englisch
Übersetzen Griff in Französisch
Übersetzen Griff in Italienisch
Übersetzen Griff in Spanisch
Übersetzen Griff in Portugiesisch
Übersetzen Griff in Slowenisch
Übersetzen Griff in Polnisch
Übersetzen Griff in Tschechisch