Gebiet — Deutsch Holländisch Übersetzung18 Treffer

Gebiet (n) (n) (Kategorie) gebied (n) (n) (Kategorie)
Gebiet (n) (n) (distrikt) gewest (n) (n) (distrikt)
Gebiet (n) (n) (Kategorie) domein (n) (n) (Kategorie)
Gebiet (n) (n) (Fachbereich) gebied (n) (n) (Fachbereich)
Gebiet (n) (n) (Wissen) kring (m) (n) (Wissen)
Gebiet (n) (n) (räumlich) gebied (n) (n) (räumlich)
Gebiet (n) (n) (Erdkunde) streek (m) (n) (Erdkunde)
Gebiet (n) (n) (Wissen) domein (n) (n) (Wissen)
Gebiet (n) (n) (Wissen) gebied (n) (n) (Wissen)
Gebiet (n) (n) (Wissen) terrein (n) (n) (Wissen)
Gebiet (n) (n) (allgemein) gebied (n) (n) (allgemein)
Gebiet (n) (n) (distrikt) regio (m) (n) (distrikt)
Gebiet (n) (n) (Wissen) vakgebied (n) (n) (Wissen)
Gebiet (n) (n) (Erdkunde) gebied (n) (n) (Erdkunde)
Gebiet (n) (n) (Kategorie) sfeer (m) (n) (Kategorie)
Gebiet (n) (n) (Wissen) specialiteit (f) (n) (Wissen)
Gebiet (n) (n) (distrikt) distrikt (n) (n) (distrikt)
Gebiet (n) (n) (Wissen) sfeer (m) (n) (Wissen)
Übersetzen Gebiet in andere Sprachen
Übersetzen Gebiet in Englisch
Übersetzen Gebiet in Französisch
Übersetzen Gebiet in Italienisch
Übersetzen Gebiet in Spanisch
Übersetzen Gebiet in Portugiesisch
Übersetzen Gebiet in Slowenisch
Übersetzen Gebiet in Polnisch
Übersetzen Gebiet in Tschechisch