Eliminieren
(n)
(n)
(Eliminierung)
|
verwijdering
(f)
(n)
(Eliminierung)
|
Eliminieren
(n)
(n)
(Eliminierung)
|
eliminatie
(f)
(n)
(Eliminierung)
|
Eliminieren
(v)
(töten)
|
van kant maken
(v)
(töten)
|
Eliminieren
(v)
(Möglichkeit)
|
uitsluiten
(v)
(Möglichkeit)
|
eliminiert
eliminieren
eliminierst
eliminiertest
eliminierten
eliminiere
|
uitgesloten
sluit uit
sluiten uit
sloten uit
sloot uit
|
Eliminieren
(v)
(Arbeitnehmer)
|
afvoeren
(v)
(Arbeitnehmer)
|
eliminiert
eliminieren
eliminierst
eliminiertest
eliminierten
eliminiere
|
afgevoerd
voert af
voeren af
voerde af
voerden af
|
Eliminieren
(v)
(Möglichkeit)
|
elimineren
(v)
(Möglichkeit)
|
eliminiert
eliminieren
eliminierst
eliminiertest
eliminierten
eliminiere
|
geëlimineerd
elimineert
elimineren
elimineerden
elimineerde
|
Eliminieren
(v)
(Arbeitnehmer)
|
verwijderen
(v)
(Arbeitnehmer)
|
eliminiert
eliminieren
eliminierst
eliminiertest
eliminierten
eliminiere
|
verwijderd
verwijderen
verwijdert
verwijderde
verwijderden
|
Eliminieren
(v)
(töten)
|
uit de weg ruimen
(v)
(töten)
|
Eliminieren
(v)
(Mathematik)
|
elimineren
(v)
(Mathematik)
|
eliminiert
eliminieren
eliminierst
eliminiertest
eliminierten
eliminiere
|
geëlimineerd
elimineert
elimineren
elimineerden
elimineerde
|
Eliminieren
(v)
(töten)
|
liquideren
(v)
(töten)
|
eliminiert
eliminieren
eliminierst
eliminiertest
eliminierten
eliminiere
|
geliquideerd
liquideren
liquideert
liquideerden
liquideerde
|
Eliminieren
(v)
(Arbeitnehmer)
|
afzetten
(n)
(v)
(Arbeitnehmer)
|
eliminiert
eliminieren
eliminierst
eliminiertest
eliminierten
eliminiere
|
afgezet
zetten af
zet af
zetten af
zette af
|