Angelegenheit — Deutsch Holländisch Übersetzung6 Treffer

Angelegenheit (f) (n) (Ereignis) gebeurtenis (f) (n) (Ereignis)
Angelegenheit (f) (n) (problem) bekommernis (f) (n) (problem)
Angelegenheit (f) (n) (problem) zorg (m) (n) (problem)
Angelegenheit (f) (n) (Sache) aangelegenheid (f) (n) (Sache)
Angelegenheit (f) (n) (Ereignis) affaire (n) (Ereignis)
Angelegenheit (f) (n) (Sache) zaak (m) (n) (Sache)
Angelegenheit Beispiele18 Beispiele gefunden
eine Angelegenheit vor Gericht bringen een zaak voor de rechtbank brengen
eine Angelegenheit vor Gericht bringen een zaak aanhangig maken voor de rechtbank
eine heikle Angelegenheit een brandende kwestie
eine heikle Angelegenheit een netelige zaak
eine heikle Angelegenheit een heet hangijzer
eine schwierige Angelegenheit een hele klus
eine schwierige Angelegenheit een zwaar karwei
eine schwierige Angelegenheit heksentoer
eine schwierige Angelegenheit een brandende kwestie
eine schwierige Angelegenheit een netelige zaak
eine schwierige Angelegenheit een heet hangijzer
eine seltsame Angelegenheit iets raars
eine seltsame Angelegenheit een rare bedoening
langweilige Angelegenheit iets om bij in slaap te vallen
langweilige Angelegenheit iets stomvervelends
langweilige Angelegenheit vervelend iets
langweilige Angelegenheit saaie aangelegenheid
langweilige Angelegenheit saaie bedoening
Übersetzen Angelegenheit in andere Sprachen
Übersetzen Angelegenheit in Englisch
Übersetzen Angelegenheit in Französisch
Übersetzen Angelegenheit in Italienisch
Übersetzen Angelegenheit in Spanisch
Übersetzen Angelegenheit in Portugiesisch
Übersetzen Angelegenheit in Slowenisch
Übersetzen Angelegenheit in Polnisch
Übersetzen Angelegenheit in Tschechisch