werden
(v)
(entwickeln)
|
worden
(n)
(v)
(entwickeln)
|
geworden
werden
wirst
wurden
wurdest
werde
|
geworden
worden
wordt
werd
werden
|
werden
(v)
(entwickeln)
|
veranderen in
(v)
(entwickeln)
|
werden
(v)
(Hilfsverb)
|
zullen
(v)
(Hilfsverb)
|
geworden
werden
wirst
wurden
wurdest
werde
|
zullen
zult
zou
zouden
|
werden
(v)
(allgemein)
|
worden
(n)
(v)
(allgemein)
|
geworden
werden
wirst
wurden
wurdest
werde
|
geworden
worden
wordt
werd
werden
|
werden
(v)
(Zukunft)
|
zullen
(v)
(Zukunft)
|
geworden
werden
wirst
wurden
wurdest
werde
|
zullen
zult
zou
zouden
|
werden
(v)
(entwickeln)
|
uitgroeien tot
(v)
(entwickeln)
|
werden
(aa)
(geschehen)
|
gaan
(aa)
(geschehen)
|
geworden
werden
wirst
wurden
wurdest
werde
|
gegaan
gaan
gaat
ging
gingen
|
werden
(aa)
(geschehen)
|
worden
(n)
(aa)
(geschehen)
|
geworden
werden
wirst
wurden
wurdest
werde
|
geworden
worden
wordt
werd
werden
|
werden
(aa)
|
worden
(n)
(aa)
|
geworden
werden
wirst
wurden
wurdest
werde
|
geworden
worden
wordt
werd
werden
|
werden
(aa)
(geschehen)
|
zullen
(aa)
(geschehen)
|
geworden
werden
wirst
wurden
wurdest
werde
|
zullen
zult
zou
zouden
|
werden
(aa)
(entstehen)
|
worden
(n)
(aa)
(entstehen)
|
geworden
werden
wirst
wurden
wurdest
werde
|
geworden
worden
wordt
werd
werden
|